liedteksten & gedichten over vertalen/hertalen contact zoeken home |
---|
Henry Wadsworth Longfellow (1807 - 1882) | over dit gedicht | |||
Henry Wadsworth Longfellow The village blacksmith |
De
dorpssmid Waar de kastanjebomen staan Is ook de smederij De smid, een stoere, sterke man Is klaar met zijn karwei Zijn gespierde armen tonen kracht Een machtig man is hij Zijn haar dat krult, is lang en zwart Zijn huid door zon getaand Hij heeft het heet en is bezweet Hij houdt zich kranig staand En kijkt met trots de wereld in Nog door niemand aangemaand Week in, week uit, de ganse dag Met zijn blaasbalg in de weer Gelijkmatig dreunt zijn hamerslag In rustig ritme neer Als een koster die er de kerkklok luidt Elke avond keer op keer En kinderen die weer huiswaarts gaan Staan stil en ze zijn geboeid Ze kijken naar de blaasbalg en Het vuur dat binnen loeit Er vliegen vonken in het rond Als kaf waar mee wordt geknoeid Op zondag gaat hij naar de kerk Gezellen aan zijn zij Hij luistert naar de dominee En naar de cantorij Hij hoort zijn dochters stem heel hoog En geniet van haar partij Het lijkt alsof hij haar moeders stem Hoort in het paradijs Daardoor moet hij weer denken aan Haar graf, haar laatste reis Hij veegt een traan weg met zijn hand Als laatste eerbewijs Treurend – genietend – ploeterend Zwoegt hij zijn leven lang De zon komt op, hij staat er weer Tot aan zonsondergang Soms wil het lukken, soms ook niet Hij rust al naar gelang Dank, waarde vriend, want dankzij u Heb ik wijsheid opgedaan Daar in het vuur dat leven is Zal ons geluk ontstaan Daden, gedachten krijgen vorm Door op 't aambeeld hard te slaan |
The village
blacksmith Under a spreading chestnut-tree The village smithy stands; The smith, a mighty man is he, With large and sinewy hands; And the muscles of his brawny arms Are strong as iron bands. His hair is crisp, and black, and long, His face is like the tan; His brow is wet with honest sweat, He earns whate'er he can, And looks the whole world in the face, For he owes not any man. Week in, week out, from morn till night, You can hear his bellows blow; You can hear him swing his heavy sledge, With measured beat and slow, Like a sexton ringing the village bell, When the evening sun is low. And children coming home from school Look in at the open door; They love to see the flaming forge, And hear the bellows roar, And catch the burning sparks that fly Like chaff from a threshing-floor. He goes on Sunday to the church, And sits among his boys; He hears the parson pray and preach, He hears his daughter's voice, Singing in the village choir, And it makes his heart rejoice. It sounds to him like her mother's voice, Singing in Paradise! He needs must think of her once more, How in the grave she lies; And with his hard, rough hand he wipes A tear out of his eyes. Toiling,---rejoicing,---sorrowing, Onward through life he goes; Each morning sees some task begin, Each evening sees it close; Something attempted, something done, Has earned a night's repose. Thanks, thanks to thee, my worthy friend, For the lesson thou hast taught! Thus at the flaming forge of life Our fortunes must be wrought; Thus on its sounding anvil shaped Each burning deed and thought |
Vertalingen van gedichten van Thomas Hardy, Christina Rossetti, Robert Frost, H.W. Longfellow, William Wordsworth, Emily Dickinson, Sara Teasdale, Edna St. Vincent Millay, W.H. Auden e.a. ISBN 9789492519573 Te bestellen via info@ansbouter.nl |
|
De
vertaling mag zonder toestemming, maar niet zonder bronvermelding
worden gebruikt voor niet-commerciële doeleinden. |
terug naar boven |